menu  

Joods Monument Arnhem
Joods Monument Arnhem

Het oude leslokaaltje

In het leslokaaltje in de synagoge (later in de apart aangebouwde school) werden vanaf 1884 tot ongeveer 1942 regelmatig lessen door godsdienstonderwijzers annex gazzaniem gegeven aan kinderen tussen 4 en 13 jaar.
In 1884 werd door de Permanente Commissie te Amsterdam f.50 subsidie toegekend aan de joodse school in Dieren (en Aalten).

De verslagen van vele 'Nederlandsch-lsraëlietische' Godsdienstscholen zijn bewaard gebleven in Amsterdam.

In het algemeen kregen de kinderen dagelijks anderhalf tot twee uur les in de week en op zondag zelfs 3 tot 4 uur onderwijs.

De 'bloeitijd'

In de 'bloeitijd' van de kehilla, zo tussen 1890 en 1910, betaalde men f.0,10 schoolgeld voor één kind per week, f0,20 voor twee kinderen uit hetzelfde gezin en f.0,25 voor 3 of meer kinderen. De bijdrage uit de kerkkas bedroeg f.100 voor de arme kinderen.

In 1892 waren van 11 joodse huisgezinnen (56 personen) 17 zielen arm (3 gezinnen): Levie's en Leeraar's. Er bezochten toen 15 leerlingen het godsdienstonderwijs, waarvan er 8 niet hoefden te betalen. Het Israëlietisch schoolbestuur bestond uit L. Lewin (voorzitter) en Jacob Levie (penningmeester). Van tijd tot tijd inspecteerde een Rabbijn-lnspecteur de godsdienstschooltjes en deelde prijsjes uit bij getrouw schoolbezoek.

In 1893 woonden er 60 joden in Dieren. Tien van de 14 kinderen die godsdienstlessen kregen, genoten kosteloos onderwijs. Het schoolbestuur had elders een apart leslokaaltje voor joods onderwijs voor f.25,-per jaar gehuurd, daar gebleken was dat het hokje in de sjoel te klein was. In 1896 werd een school aan de sjoel gebouwd.

De namen van de 14 kinderen uit 1893: Keetje Levie, Sallie, Doortje en Trui Bachrach (waarvoor betaald werd) en de 'niet-betalenden': Bernard, Izaak, Nathan, Sientje en Koosje Levie, Israël en Samuel Leeraar en Benjamin en Grietje Katz. Die laatstgenoemde 10 kinderen kregen ook kosteloos lager schoolonderwijs. Aldus verklaarde meester J. A. Surink.

In 1900 woonden er 57 joden ter plaatse, waarvan er 16 behoeftig waren. In 1905 was het aantal joden in de gemeente Rheden gestegen tot 76 (12 huisgezinnen); 17 leden waren minvermogend. Er bezochten 17 leerlingen - het cheider waarvan maar door twee, Saartje Levie en Jetje Polak, schoolgeld werd betaald. De kleine Levie's, Katzen, Weyands, Niewegs, Leeraars en Goldsmits kregen zowel gratis Hebreeuwse les als kosteloos onderwijs op de openbare school.

Het leslokaaltje was in 1905 gehuurd voor f.75,-per jaar. De kosten werden door het kerkbestuur gedragen.

Tussen 1932 en 1942 hebben maar enkele kinderen les gehad, van de laatste gazan: Abraham van Baaren.

Zes gazzoniem

In Dieren zijn 6 gazzoniem en een hulp gazan geweest in de periode 1886-1942. De eerste godsdienstonderwijzer was Salomon Goldstein , tussen 1885 -1887. Hij was afkomstig uit Rusland en geboren in Grodno. Behalve gazan-onderwijzer was hij staatslotenverkoper. Hij was gazan tussen 1872 en 1874 in Doesburg en verbleef daarna tot mei 1878 te Zevenaar. Na een korte periode in Duitsland, Goor (1886) en Dieren (15 maanden) keerde hij terug naar Doesburg, waar hij voorzanger was tussen 1887 en 1890 en waar hij Meier Bierman opvolgde, - die op z'n beurt naar Dieren ging. M. Bierman, een geboren Amsterdammer, zou maar drie jaar blijven en weer teruggaan naar Doesburg, waar hij op slechts 31-jarige leeftijd kwam te overlijden op 10 mei 1894.

Salomo van Ronkel, die uit zijn standplaats Wijk bij Duurstede kwam, volgde Bierman in 1893 op. Hij was geboren in Groningen en getrouwd met de Vlissingse Reintje Grieshaver. Salomo bleef tot oktober l900 in Dieren. De toen vijftigjarige gazan verging het niet best. Hij werd in de zomer van 1899 failliet verklaard.

Na Van Ronkel fungeerde Heiman Nieweg als rebbe, tussen 19OO en 1911. Hij kwam met zijn vrouw Betje Stoppelman en kinderen Gesina, Aaron Henri, Benjamin Hartog en Benjamin uit het Groningse Leek. In Dieren werd zijn dochter Henriëtte geboren. H. Nieweg had in 1888 zijn
godsdienstakte derde rang behaald.
Tussen 1913 en 1927 fungeerde de in Zevenaar geboren Phihp Hertz
Cohen als gazan. Hij had voordien in Beverwijk en Zierikzee killes geleid.
Hij werd in 1914 tevens te Doesburg als voorganger benoemd." Zijn salaris was aanvankelijk f.676 per jaar em dat liep op in 1918 tot f.9OO   
per jaar, exclusief een duurtetoeslag van f.150. In 1927 reisde hij af naar

Mokum. De geboren Leeuwarder Naftali Polack uit Doesburg fungeerde tussen 1912 en 1913 als waarnemend gazan, annex rituele slachter. Zijn salaris was f.4,60 per week.

Gazan Abraham van Baaren kwam in november 1928 in dienst en hij werd twee jaar later definitief benoemd als voorzanger. Zijn salaris was f.2000 per jaar plus wat toeslagen. Van zijn hand zijn wat notities bewaard gebleven.

Geschiedenis

Het oude leslokaaltje

In het leslokaaltje in de synagoge (later in de apart aangebouwde school) werden vanaf 1884 tot ongeveer 1942 regelmatig lessen door godsdienstonderwijzers annex gazzaniem gegeven aan kinderen tussen 4 en 13 jaar.
In 1884 werd door de Permanente Commissie te Amsterdam f.50 subsidie toegekend aan de joodse school in Dieren (en Aalten).

De verslagen van vele 'Nederlandsch-lsraëlietische' Godsdienstscholen zijn bewaard gebleven in Amsterdam.

In het algemeen kregen de kinderen dagelijks anderhalf tot twee uur les in de week en op zondag zelfs 3 tot 4 uur onderwijs.

De 'bloeitijd'

In de 'bloeitijd' van de kehilla, zo tussen 1890 en 1910, betaalde men f.0,10 schoolgeld voor één kind per week, f0,20 voor twee kinderen uit hetzelfde gezin en f.0,25 voor 3 of meer kinderen. De bijdrage uit de kerkkas bedroeg f.100 voor de arme kinderen.

In 1892 waren van 11 joodse huisgezinnen (56 personen) 17 zielen arm (3 gezinnen): Levie's en Leeraar's. Er bezochten toen 15 leerlingen het godsdienstonderwijs, waarvan er 8 niet hoefden te betalen. Het Israëlietisch schoolbestuur bestond uit L. Lewin (voorzitter) en Jacob Levie (penningmeester). Van tijd tot tijd inspecteerde een Rabbijn-lnspecteur de godsdienstschooltjes en deelde prijsjes uit bij getrouw schoolbezoek.

In 1893 woonden er 60 joden in Dieren. Tien van de 14 kinderen die godsdienstlessen kregen, genoten kosteloos onderwijs. Het schoolbestuur had elders een apart leslokaaltje voor joods onderwijs voor f.25,-per jaar gehuurd, daar gebleken was dat het hokje in de sjoel te klein was. In 1896 werd een school aan de sjoel gebouwd.

De namen van de 14 kinderen uit 1893: Keetje Levie, Sallie, Doortje en Trui Bachrach (waarvoor betaald werd) en de 'niet-betalenden': Bernard, Izaak, Nathan, Sientje en Koosje Levie, Israël en Samuel Leeraar en Benjamin en Grietje Katz. Die laatstgenoemde 10 kinderen kregen ook kosteloos lager schoolonderwijs. Aldus verklaarde meester J. A. Surink.

In 1900 woonden er 57 joden ter plaatse, waarvan er 16 behoeftig waren. In 1905 was het aantal joden in de gemeente Rheden gestegen tot 76 (12 huisgezinnen); 17 leden waren minvermogend. Er bezochten 17 leerlingen - het cheider waarvan maar door twee, Saartje Levie en Jetje Polak, schoolgeld werd betaald. De kleine Levie's, Katzen, Weyands, Niewegs, Leeraars en Goldsmits kregen zowel gratis Hebreeuwse les als kosteloos onderwijs op de openbare school.

Het leslokaaltje was in 1905 gehuurd voor f.75,-per jaar. De kosten werden door het kerkbestuur gedragen.

Tussen 1932 en 1942 hebben maar enkele kinderen les gehad, van de laatste gazan: Abraham van Baaren.

Zes gazzoniem

In Dieren zijn 6 gazzoniem en een hulp gazan geweest in de periode 1886-1942. De eerste godsdienstonderwijzer was Salomon Goldstein , tussen 1885 -1887. Hij was afkomstig uit Rusland en geboren in Grodno. Behalve gazan-onderwijzer was hij staatslotenverkoper. Hij was gazan tussen 1872 en 1874 in Doesburg en verbleef daarna tot mei 1878 te Zevenaar. Na een korte periode in Duitsland, Goor (1886) en Dieren (15 maanden) keerde hij terug naar Doesburg, waar hij voorzanger was tussen 1887 en 1890 en waar hij Meier Bierman opvolgde, - die op z'n beurt naar Dieren ging. M. Bierman, een geboren Amsterdammer, zou maar drie jaar blijven en weer teruggaan naar Doesburg, waar hij op slechts 31-jarige leeftijd kwam te overlijden op 10 mei 1894.

Salomo van Ronkel, die uit zijn standplaats Wijk bij Duurstede kwam, volgde Bierman in 1893 op. Hij was geboren in Groningen en getrouwd met de Vlissingse Reintje Grieshaver. Salomo bleef tot oktober l900 in Dieren. De toen vijftigjarige gazan verging het niet best. Hij werd in de zomer van 1899 failliet verklaard.

Na Van Ronkel fungeerde Heiman Nieweg als rebbe, tussen 19OO en 1911. Hij kwam met zijn vrouw Betje Stoppelman en kinderen Gesina, Aaron Henri, Benjamin Hartog en Benjamin uit het Groningse Leek. In Dieren werd zijn dochter Henriëtte geboren. H. Nieweg had in 1888 zijn
godsdienstakte derde rang behaald.
Tussen 1913 en 1927 fungeerde de in Zevenaar geboren Phihp Hertz
Cohen als gazan. Hij had voordien in Beverwijk en Zierikzee killes geleid.
Hij werd in 1914 tevens te Doesburg als voorganger benoemd." Zijn salaris was aanvankelijk f.676 per jaar em dat liep op in 1918 tot f.9OO   
per jaar, exclusief een duurtetoeslag van f.150. In 1927 reisde hij af naar

Mokum. De geboren Leeuwarder Naftali Polack uit Doesburg fungeerde tussen 1912 en 1913 als waarnemend gazan, annex rituele slachter. Zijn salaris was f.4,60 per week.

Gazan Abraham van Baaren kwam in november 1928 in dienst en hij werd twee jaar later definitief benoemd als voorzanger. Zijn salaris was f.2000 per jaar plus wat toeslagen. Van zijn hand zijn wat notities bewaard gebleven.

 

Contact met 'De Dierense Sjoel'